Net zoals katten en honden, ontkomen ook konijnen niet aan een ruiperiode. Je kan het omschrijven als een periode waarin haren rijkelijk in het rond vliegen. Om het voor zichzelf wat aangenamer te maken, likken ook konijnen deze haren uit hun vacht, waardoor deze in de darmen terechtkomen. En… het is van dat, je konijn heeft het zitten. Een haarbal!

Harige langoor

Op het eerste gezicht lijkt een haarbal een niet zo ernstig probleem, althans het is één van de normaalste zaken bij katten. Maar zodra dit bij je konijn voorkomt, hou je toch best een oogje in het zeil. Aangezien een verstopte haarbal wel eens ernstige gevolgen kan hebben. Heeft ieder konijn last van haarballen? Niet per sé, aangezien een beperkt aantal haren verteerbaar zijn door de darmen of verzeilt raken in de stoelgang. Maar indien deze hoeveelheid te groot is, kan er sprake zijn van een haarbal én zodus verstopping. Dat noemen we ook wel ‘trichobezoar’.

Verstopt én verhaard

In principe kan je de haarbal bij een konijn omschrijven als een mengeling van voeding en haar. Zodra deze verstopt raakt kan de eetlust wegvallen en is er een mogelijkheid op verstopping van de darmen. In het ergste geval kan dit levensbedreigend zijn, wat opmerkzaamheid belangrijk maakt. Wat jij als baasje vooral kan doen is het volgende:

●      Kam je konijn regelmatig, voornamelijk tijdens de ruiperiode (voor- en najaar). Bij konijnen die binnen vertoeven, kan de ruiperiode het hele jaar door duren.

●      Voorzie variatie in de voeding: vers water, vers gras, hooi en droogvoeding. Hierdoor kan het konijn voldoende kauwen én ontstaat er een goede darmwerking.

●      Voorzie een ruime plek voor je konijn, zodat hij/zij voldoende kan bewegen. Prooidieren zijn namelijk van nature gewend om snel te rennen, wat minstens één keer per dag aan te raden is.

Check regelmatig de keutels van je konijn

Het klinkt misschien bizar, maar de uitwerpselen van je konijn vertellen veel over zijn/haar gezondheid. Deze dienen dan ook nauwlettend in de gaten gehouden te worden van zodra je het idee hebt dat er iets aan de hand is. Een ‘gezonde’ keutel ziet er droog én glanzend uit, heeft een ronde vorm en vertoont meestal dezelfde grootte. Keutels die bizarre vormen aannemen, daarvoor ga je best eens langs bij je dierenarts!