Wanneer temperaturen dalen onder het vriespunt is het raadzaam om je huisdieren extra in de gaten te houden, want ook voor hen is het koud. Sommigen hebben hier nauwelijks last van maar anderen hebben extra bescherming nodig.

Honden

Honden met korte pootjes zitten dichter tegen de grond aan en hebben het doorgaans kouder. Ook hebben zieke honden en honden met dunne lichaamsbeharing sneller koud en extra bescherming nodig. Je kan in dit geval een jasje voorzien.

Zit je hond te trillen? Dan heeft hij het koud.

Let op voor:

  • Een natte vacht: laat je hond nooit buiten in de kou staan met een natte vacht.
  • Honden in de auto: laat je hond niet achter in de wagen in de kou. Ze kunnen niet genoeg bewegen om zich warm te houden en uiteindelijk wordt het in de wagen net zo koud als buiten.
  • Loslopende honden: sneeuw wist geuren uit. Hou je hond daarom altijd goed in de gaten als je hem laat loslopen. Hij kan verdwalen als hij zijn geurspoor niet meer kan vinden.
  • Sneeuw: laat je hond geen sneeuw eten. Ze kunnen hier maag- of darmklachten van krijgen. Ook kunnen sneeuwbrokken tussen de pootjes blijven steken en pijnlijke pootjes veroorzaken.
  • Strooizout: strooizout kan ernstige irritaties veroorzaken aan de voetzolen. Vaseline smeren aan de zolen kan hierbij helpen. Spoel de pootjes altijd goed af na een wandeling en droog ze goed af want wanneer een hond strooizout oplikt kan dit heel schadelijk zijn voor je hond, met ernstige gevolgen.

Katten

Katten kunnen over het algemeen heel goed tegen de kou. Zorg er wel altijd voor dat je kat toch binnen kan (vb in het tuinhuis via een luikje). Voorzie ook extra water en controleer of het niet bevroren is.

Ze gaan vaak op zoek naar een warm plekje om te schuilen. Dit kan bijvoorbeeld onder een motorkap zijn. Klop daarom altijd even op de motorkap wanneer je vertrekt.

Konijnen

Een konijn kan je het best tegen de kou beschermen door het hok voor een gedeelte af te dekken met plastic of een deken zodat het niet in de tocht zit en droog blijft. Draai het hok daarom ook zo, zodat er geen noordenwind in kan komen.

Plaats je konijn niet steeds binnen en buiten. Ze kunnen heel slecht tegen temperatuurwisselingen.

Controleer regelmatig de drinkfles of het water niet bevroren is en zorg ervoor dat het groenvoer niet bevriest.

Zorg verder voor voldoende hooi en stro zodat hij zich lekker kan ingraven.